VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Grootbanken bang voor nul

Geplaatst op: 21-07-2018, 11:40:39

Puur economisch gezien zouden gewone Nederlandse spaarders al moeten betalen om hun geld bij de bank te mogen stallen. Maar de meeste banken durven de stap naar 0% niet eens aan – laat staan daaronder.

Na 0,15%, 0,10% en 0,05% komt niet 0%, blijkt bij de nieuwe ronde van spaarrenteverlagingen. Nadat ING de rente op 0,03% zette, wordt verwacht dat concurrenten ABN Amro en Rabobank snel volgen. Hiermee blijft Triodos vooralsnog de enige bank waar modale consumenten geen rente over hun spaarsaldo krijgen. Voor grote spaarders (in de regel vanaf €1 miljoen) hebben de meeste banken de stap naar een nulrente al gemaakt. Bij een paar buitenlandse banken, zoals het Zwitserse UBS en Duitse SpardaBank is de rente negatief.

Sparen

In ons land leggen de banken vooralsnog liever geld toe op hun spaarproducten. Hoeveel verlies dit is, willen de drie grootbanken niet specificeren – dat is volgens hen concurrentiegevoelige informatie. Het overtollige saldo dat niet op de geld- en kapitaalmarkten kan worden weggezet moet bij de Europese Centrale Bank (ECB) voor -0,4% rente worden geparkeerd. Pas als consumenten 0,6% rente over hun spaargeld betalen, zouden banken quitte draaien, rekent een gepensioneerde topbankier voor.

Hoewel geen enkele expert verwacht dat ING het bij 0,03% zal laten, denkt ook niemand dat de bank de stap naar nul daadwerkelijk zal maken. „Nul is een psychologisch belangrijk getal”, stelt Harald Benink, hoogleraar Banking & Finance aan Tilburg University. „Een nulrente betekent dat je helemaal niets krijgt. Banken willen eigenlijk niet naar nul, maar wel zo dicht mogelijk erbij. Ze testen wat er bij een verlaging gebeurt, en kijken dan weer verder.”

Renteverlaging

Het goede nieuws voor de banken: de continue stroom van renteverlagingen heeft geen zichtbaar effect gehad op de spaarzaamheid van Nederlanders. Integendeel: sinds januari 2015, toen de drie grootbanken nog een rente van 1% hanteerden, is het totale spaarsaldo met €15 miljard toegenomen. De spaarzin lijkt zelfs toe te nemen, tegen de renteklippen op. In mei van dit jaar werd er voor het eerst netto meer dan €5 miljard bijgeschreven op spaarrekeningen, zo blijkt uit gegevens van De Nederlandsche Bank (DNB).

Banken lijken met een zo laag mogelijk rente het voor klanten zo onaantrekkelijk mogelijk te maken om meer geld op hun spaarrekening te parkeren. Hoewel zij met man en macht particulieren aan het beleggen proberen te krijgen, sparen die stug door.

Beloning

Consumentenpsycholoog Patrick Wessels heeft wel een idee waarom: „Zo lang de rente 0,05% of 0,03% is, hebben we het idee dat we nog beloond worden voor het sparen. We overschatten dat percentage. Aan de inflatie kunnen we niets doen, dus die vergeten we.”

Dat verandert zodra de rente naar nul gaat, denkt Wessels. „Ik kan mij voorstellen dat de grootbanken angstig zijn om de rente op nul te zetten. Dan gaat bij consumenten de emotie de boventoon voeren: zij krijgen nóg meer een gevoel van oneerlijkheid dan ze misschien nu al hebben. Dan komen mensen in verzet.”

Grens

Ook Matthijs van Herten, van onderzoeksbureau MoneyView, denkt om die reden dat de rente niet naar nul gaat. „Voor leken klinkt 0% toch net iets anders dan een klein beetje rente, al is het verschil in werkelijkheid natuurlijk verwaarloosbaar. ING is duidelijk huiverig die psychologische grens over te steken.”

Hoewel de ECB hint op een verhoging van de rente, hoeven spaarders niet te rekenen op een snelle stijging van de rente op hun spaarbankboekjes. Benink: „Zolang Mario Draghi nog president is van de ECB, zal hij de rente laag houden. Pas als hij in november volgend jaar is vertrokken, zal een opvolger de rente wat verhogen.” De spaarrente reageert daar met enige vertraging op, zegt Van Herten.

De grootbanken doen geen uitspraken over toekomstige rentestappen. De enige nulrente van het land blijft voorlopig waar hij is, benadrukt Triodos: „Wij zien nog geen noodzaak om de spaarrente verder te verlagen.”

Bron: bijdrage van Ruben Eg van 21 juli 2018 op www.dft.nl

Vorige pagina